Over de ontstaansgeschiedenis van het feest wordt veel gespeculeerd. Vaak wordt verondersteld dat het feest teruggrijpt op een Germaans winterfeest, maar ook een zuiver kerkelijke oorsprong is mogelijk. Wel duidelijk is dat de ontwikkeling tot een algemeen, door alle gezindten gevierd, volksfeest tamelijk recent is.
Oorsprong[bewerken]

Viering van Sint Maarten voor het Düsseldorfer Rathaus in 1905
De Schotse antropoloog James Frazer veronderstelt een heidense oorsprong van het feest: het ronddragen van het (heilige) vuur zou een voorchristelijk vruchtbaarheidsritueel zijn, wijdverspreid over West-Europa. Het heidense ritueel zou dan door de kerk zijn overgenomen, vooral om het vertrouwen van de bevolking te winnen.[1] Andere onderzoekers stellen echter dat er niets heidens aan het feest valt op te merken. Het feest zou door de kerk zijn geïntroduceerd. In het Lucasevangelie staat de tekst: Niemand steekt een lamp aan en zet die in de kelder of onder de korenmaat, maar op de standaard, opdat wie binnentreden het licht zien (Lukas 11:33 e.v.). Deze regels werden vaak op 11 november voorgedragen en in de mis besproken dit zou voor de bevolking aanleiding zijn geweest voor een lichtjesfeest. Moderne onderzoekers houden vaak het midden tussen beide standpunten. Sint-Maarten is een bedelfeest, en bedelfeesten waren nodig in de moeilijke wintermaanden. Bedeloptochten zoals met Sint-Maarten werden en worden (in Vlaanderen en sommige delen van Nederland) ook gehouden met Driekoningen of met Nieuwjaar, en ook het sinterklaasfeest heeft kenmerken van een bedelfeest.